Aras is Sara. Dat kan niet anders. Ik haal haar opmerking onder mijn facebookpost weg en negeer het voorval verder. Ik vertel het ook niet aan Bas. Dat heeft geen zin en daarbij gaat het dan weer over iets waar ik het niet over wil hebben. Waar ik het wèl over wil hebben is hoe wij nu verder gaan. Of beter gezegd: daar moet ik het over hebben, maar ook dat negeer ik liever.
Minnaars
Ik zou ook niet weten waar ik moet beginnen. Het is veel prettiger om alle onuitgesproken vragen, wensen, behoeftes en dus ook woede binnen te houden en me te voegen naar ons nieuwe ritme. Overdag zijn we de lieve, maar gescheiden ouders en zodra de kinderen hun hielen hebben gelicht zijn we passievolle minnaars die geen genoeg kunnen krijgen van elkaar. Vooral Bas niet.
Ook op de borrel die vrijdag wijkt hij geen moment van mijn zijde. Waar ik ga, gaat hij. Hij staat constant naast me en houdt nog net niet mijn glas voor me vast. Als de kinderen weggaan, wil hij ook weg. „Waarom wilde je nu al naar huis?”, fluister ik in zijn oor.
Kostbare tijd
Bas slaat zijn arm nog wat vaster om mijn schouders en antwoordt: „Ik wil onze kostbare tijd niet verspillen.” „We hebben nog tijd genoeg. We kunnen best nog een uurtje langer blijven”, sputter ik tegen. „Nee. Het is beter zo. Ik wil je heel lang verwennen. Zonder dreiging van pubers die ieder moment weer binnen kunnen lopen. Daarbij staat er nog een heerlijke chocolademousse in de koelkast. Die vraagt erom om opgegeten te worden.” Hij knipoogt. Ik smelt en laat me meevoeren.
De chocolademousse is luchtig en zoet. Veel te veel lege calorieën voor mij, maar ik wil geen spelbreker zijn. Ik schep twee kommetjes vol en zet er een met een onschuldige blik voor Bas neer. Die grijnst. Hij zet zijn lepel erin en houdt die mij voor. Ik open mijn mond en snoep een klein beetje van de lepel af. Dan pak ik zijn hand en begeleid die weer naar zijn kommetje. Ik laat de lepel dit keer flink opscheppen. De volle lepel gaat nu richting zijn mond.
Chocolademousse
Bas lacht zijn heerlijke jongensachtige grijns. Hij hapt gretig in de mousse. Goed zo. Ik laat zijn hand weer een lepel volscheppen en dirigeer die weer naar zijn mond. Hij hapt weer. De derde lepel stuit op weerstand. Bas duwt zijn hand terug, richting mijn mond. Ik probeer de lepel te ontwijken en duik weg. Door de duik kantelt de lepel in mijn decolleté. De pretlichtjes in Bas zijn ogen lichten meteen op. In een zwaai veegt hij de tafel leeg.
Dan tilt hij me op. We zoenen. Hij legt mij op de tafel en knoopt mijn jurk open. „Waar is die stoute mousse nou gebleven?”, mompelt hij. Hij veegt de stof van mijn bh opzij en speurt zogenaamd door naar de mousse. Hij vindt de hap onder mijn borsten. Met een hand veegt hij die uit over mijn linkerborst „Nou wil de ander ook”, merkt hij op. Hij reikt naar de kom met mousse en pakt er een volle hand uit. Behoedzaam smeert hij die uit over de rest van mijn bovenlijf.
Hij kijkt verheerlijkt naar zijn eigen schilderwerk. „Wat ben je toch mooi.” Weer die jongensachtige lach met pretlichtjes. Ik smelt nog verder en laat alles toe wat hij wil. Zijn hongerige mond hapt in mijn nek en glijdt verder. Over mijn borsten en tepels richting mijn navel. En weer terug. Hij smeert weer een klodder over mijn bovenlijf uit en likt zich een heerlijke weg naar beneden. Net zolang tot we allebei gek zijn verlangen.
Swingerspartijtje
Een uurtje later liggen we schoon gedoucht op de loungeset en kijken samen weer naar de sterren. „Ik moet je iets bekennen”, begint Bas. Verbaasd kijk ik op. „Ik wilde niet langer blijven op de borrel omdat Davids vader mij zondag vertelde dat de vrijmibo meestal eindigt in een swingerspartijtje.” „Een swingerspartijtje?” „Ja. Hij zei het niet met zoveel woorden , maar hij hintte daar wel op.” „En dat zag jij niet zitten?” „Nee, ik ben net zo blij dat ik je voor mezelf heb.” Het ontroert me dat Bas hier zo open over is. Dat is nieuw voor me: „Het voelt goed hè.” bevestig ik. „Ik bedoel: wij samen voelt goed. In ieder geval hier op Ibiza.” Bas knikt en zegt dan tot mijn verbazing: „Ja, maar ik denk dat we nog een goed gesprek met elkaar moeten voeren over hoe we nu verder gaan. Als de vakantiemodus weer uit is.” Ik knik: „Niet alleen daarover. Ik wil het ook hebben over wat er gebeurd is en hoe we daarmee omgaan.” We zwijgen allebei even alsof we de ander het woord willen geven. Dan schraap ik mijn keel en zeg: „Misschien samen in therapie?”
Meer VROUW
Wil je niets van VROUW missen? Speciaal voor de trouwste lezeressen versturen we elke dag een mail met al onze dagelijkse hoogtepunten. Abonneer je hier.